Met de pezen en spieren van Rubens als inspiratie
Het Rubenshuis krijgt een nieuw toegangsgebouw van vijf verdiepingen. Robbrecht en Daem Architecten ontwierpen een ranke boekentoren die met één ingreep tal van functies combineert en de hele site ontsluit. De opening volgt in 2024.

Het is bij Peter Paul Rubens zoals bij de meeste Vlamingen. Sta je voor zijn huis, dan heb je amper een idee wat erachter schuilgaat. In Antwerpen kocht hij aan de Wapper een huis in Vlaamse stijl. Met zijn Italiaanse reizen in gedachten bouwde hij daarnaast zelf zijn atelierwoning. Loop je tussen die twee huizen door de poort, dan wordt je blik gericht via de arcade die hij bouwde.
Een mens zou bijna vergeten dat achter die gevels een uitgestrekt binnengebied ligt, waarvan de stadstuin uitgeeft op twee belendende straten. Rubens betrok omzeggens een stadswijk die, naast de Wapper, verder nog omsloten werd door de Kolveniersstraat en Hopland. Die onderdelen waren hun samenhang wat kwijt, als een doos puzzelstukken die iemand had laten vallen. Eerder werkten Robbrecht en Daem Architecten een masterplan uit dat de verbanden opnieuw duidelijk zou maken.
De architecten brengen daar nu een groot stuk van in realiteit. Het glazen paviljoen op de Wapper halen ze weg, zodat het zicht op de Rubenswoningen volledig wordt hersteld. Ze maken gebruik van één opening in het gebied: een onbebouwde strook achter de tuinmuur in Hopland. Daar planten ze een volume van vijf bovengrondse verdiepingen in, waardoor ze het toegangsgebeuren discreet naar een zijstraat verleggen. Ze groeperen er enkele bestaande voorzieningen die ze verschuiven van elders op de site, en voegen er nog nieuwe aan toe.
De wanden van het gebouw vormen een reusachtige boekenkast die over alle verdiepingen doorloopt
Robbrecht en Daem hebben zich voor hun ontwerp geïnspireerd op de biografie en het schilderkunstig oeuvre van Rubens. Het bureau ontdekte dat Rubens langs Hopland enkele woningen had (ondertussen verdwenen) waar hij zijn boekencollectie onderbracht. Het bracht de architecten op het idee de linker- en rechterzijwand van het gebouw als één gigantische boekenkast op te vatten die over alle verdiepingen doorloopt, en de middenzone open te houden. Boeken en naslagwerken zijn daarenboven de werkinstrumenten van het studiecentrum Rubenianum: het uitgeleefde onderkomen aan de Kolveniersstraat wordt afgebroken en het centrum betrekt de tweede en derde verdieping van de 'boekentoren', met een leeszaal, een bibliotheek en studieplekken.
Op de eerste verdieping vormen de boekenkasten geruststellend gezelschap in het museumcafé, en op de vierde en vijfde verdieping zullen ze uitstekend van pas komen voor de kantoren van het personeel. En op het gelijkvloers, waar de onthaalruimte en de ticketing zitten? Heel simpel. Daar worden de zijwanden uitgespeeld als boekshop. Door de voor- en achtergevel van het onthaal in glas uit te voeren, krijgt de bezoeker in één oogopslag een totaaloverzicht van de hele site.
Waar het idee van de boekenkasten letterlijk genomen wordt, is de inspiratie uit het schildersoeuvre eerder verinnerlijkt en geabstraheerd. 'We hebben ons denken op gang laten trekken door de composities van Rubens', zegt Paul Robbrecht. 'In zijn altaarstukken en grafleggingen werkt hij vaak met diagonalen in de opbouw. Op het eerste gezicht is ons ontwerp vrij symmetrisch. Daar hebben we diagonale passages aan toegevoegd. Een beetje zoals de barok, die ook beweging en flow gaf aan de klassieke vormtaal die eraan voorafging. Dat hebben we toegepast in de wentelende trappen die de verdiepingen verbinden. Het bezoekersparcours, dat van het onthaal naar het beleveniscentrum loopt, en vervolgens naar het Rubenshuis en de binnentuin, bevat ook golven en bogen.'

Dat beleveniscentrum is een nieuw element dat wordt toegevoegd aan de site. Het bevindt zich in een ondergrondse verdieping en geeft de bezoeker een introductie in het leven en werk van Rubens. Het evoceert de drukte van diens atelier, waar tal van leerlingen en specialisten in dieren, planten en natuur actief waren. Nog een verdieping lager bevinden zich een depot en technische voorzieningen.
20 miljoen
Voor zijn gevelontwerp hebben Robbrecht en Daem zich geïnspireerd op de anatomieën van de Rubensfiguren, met hun fysieke spierbundels en pezen. Het verband tussen verbindingspezen en ranke kolommen is misschien wat vergezocht, maar dat belet niet dat de gevel ritme krijgt door de talrijke pijlers. 'Het zijn geronde kolommen', zegt Robbrecht. 'Ze staan telkens in dubbele rijen en zijn geschrankt, zodat het licht zich een weg naar binnen moet banen. Ze brengen een geometrische ratio in het gebouw, een soort strengheid. We willen de bezoeker duidelijk maken dat hij, in vergelijking met de commerciële overkant van de straat, een ander universum binnenstapt.'
Minister van Toerisme Zuhal Demir (N-VA) maakt via Toerisme Vlaanderen drie miljoen euro vrij voor de realisatie. Burgemeester Bart De Wever (N-VA) voegt toe dat de stad Antwerpen deze legislatuur zeventien miljoen euro uittrekt.

Mening
Ik vind het ontwerp van het gebouw echt prachtig. De voorgevel is best abstract. Ik snap ook de verwijzing naar de anatomieën van de Rubensfiguren, met hun fysieke spierbundels en pezen.
Het gebouw is erg hedendaags. Ze hebben het verleden en de toekomst samengebracht met respect voor de stijl van Rubens én inspelend op de nieuwe noden. Zo wordt op een subtiele wijze een gesprek aangegaan met Rubens kracht, een strakke compositie met een grote voorliefde voor diagonale lijnen.
Ook de nieuwe museumtuin ziet er prachtig uit. Ik ben zeer benieuwd en ik kan niet wachten om in 2024 een bezoekje te brengen aan het vernieuwde Rubenshuis!